PERCOL neemt geschiedenis van queer-archieven onder de loep

Met de door de NWO gefinancierde Perverse Collections (PERCOL) onderzoekt Eliza Steinbock de evolutie van Europa's LHBTQ+-archieven. Wat wordt door wie bewaard en waarom? Hoe zijn deze gemarginaliseerde en vaak vervolgde gemeenschappen erin geslaagd hun eigen geschiedenis vast te leggen? En hoe kunnen we de geschiedenis bewaren, categoriseren en toegankelijk en relevant maken?

"Het gaat ook over het verlangen om vast te stellen dat er altijd mensen zoals ik zijn geweest. Dat motiveert mij als onderzoeker," zegt Eliza Steinbock, universitair hoofddocent Gender and Diversity Studies. Het laten zien van de rijkdom van queer- en transcultuur heeft niet altijd bovenaan het prioriteitenlijstje van nationale archieven en musea gestaan – en dat is een understatement. En toch zijn er grote schatten aan kunstvoorwerpen en artefacten die van fundamenteel belang zijn voor een historisch begrip en waardering van deze subculturen.

Perverse Collections (PERCOL) wil toewerken naar duurzame strategieën voor de bescherming van de Europese LHBTQ+-geschiedenis door middel van een kritisch en genuanceerd begrip van de evolutie van de verschillende archieven, zowel officiële als niet-officiële. Niet alleen wetenschappers zullen baat hebben bij het werk van PERCOL, maar ook leden van de queer- en transgemeenschap en medewerkers van galeries, bibliotheken, archieven of musea.

Een Europese kijkdoos

Het PERCOL-project, dat 24 maanden duurt, gaat in juni van start en wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), in opdracht van de Raad van Bestuur van het European Joint Programming Initiative Cultural Heritage. PERCOL brengt de groei van Europa's queer- en transarchieven sinds de jaren 1970 in kaart en vergelijkt hun betekenis, hun relatie tot overheidssteun en hun lokale relevantie. Steinbock, de hoofdonderzoeker van het Nederlandse team, werkt samen met hoofdonderzoekers Juan Suárez van de Universiteit van Murcia en Glyn Davis van de Universiteit van St Andrews; laatstgenoemde leidt het project. Alle drie de teams verrichten transnationaal onderzoek, met enigszins verschillende aandachtspunten.

De lijst van samenwerkingspartners in heel Europa is indrukwekkend: van het Black Queer Archive in Amsterdam tot de Glasgow Women's Library en van het Schwules Museum in Berlijn tot het Museo Reina Sofia in Madrid. "Het opzetten van een uitgebreid netwerk, waardoor deze instellingen van elkaar kunnen leren, is ook een van onze doelstellingen en tot nu toe zijn de reacties zeer bemoedigend." Naast het genereren van academische kennis zal PERCOL ook per team een conferentie organiseren, en workshops.

Wie beslist wat belangrijk is?

Toeval en overmacht spelen natuurlijk altijd een rol als het gaat om wat bewaard blijft en wat verloren gaat, maar, zoals Steinbock opmerkt, er is ook een selectiemechanisme. "Het gaat erom wat belangrijk is voor wie – en dat verandert met de context, waarbij het vooral belangrijk is wie de curator is." Zo is het IHLIA in Amsterdam, opgericht door een groep homomannen, uitgegroeid tot een grote erfgoedorganisatie, die in de loop der jaren verschillende andere archieven en collecties heeft overgenomen.

Dat is een organische en pragmatische ontwikkeling, maar niet zonder valkuilen. Als het beheer van een collectie verandert, verandert ook het relatieve gevoel van de waarde ervan. "Aanvankelijk werden groepen van andere intersectionele identiteiten, zoals transpersonen of vrouwen van kleur, grotendeels over het hoofd gezien." Zelfs zonder verlies van objecten kan dit leiden tot een verlies aan diversiteit in bewaar- en presentatiestrategieën. Oude bronzen en eenmalige drukwerkjes uit privécollecties hebben uiteenlopende kwaliteiten en daarom moet er op een verschillende manier mee worden omgegaan.

Eliza Steinbock

Wat bewaar je en hoe presenteer je het?

Institutionalisering is in die zin geen onverdeelde zegen. Hoewel ze profiteren van een betere logistiek en financiële stabiliteit, kunnen kleinere collecties ook bepaalde kwaliteiten verliezen die hen bijzonder maken. "Het Lesbian Herstory Archive begon in een appartement in New York, waar de lokale gemeenschap kon samenkomen voor informele bijeenkomsten. Dat is een heel andere sfeer dan bijvoorbeeld een groot museum met bewakers. De functie verandert, net als het gevoel van toegankelijkheid."

Steinbock werkt ook aan het herdefiniëren van inclusie, zowel in termen van wat wordt bewaard als hoe het wordt gepresenteerd. Ze is projectleider van The Critical Visitor: Intersectional Approaches for Rethinking and Retooling Accessibility and Inclusivity in Heritage Spaces, dat wordt gefinancierd door de NWO.

Uitwissen van ongemak

Hen noemt de samenwerking tussen het Nationaal Archief en groepen nazaten van slachtoffers van het Nederlandse kolonialisme als voorbeeld van een proces dat nog steeds traag en onsamenhangend is. "Het onderzoek naar wat er moet gebeuren met de documenten van de VOC was een actieve poging tot dekolonialisering." Hoewel de documenten getuigen van een gruwelijk verhaal van gewelddadige uitbuiting, kunnen ze ook deel uitmaken van identiteit. "Een bevooroordeeld institutioneel systeem kan in het verborgene geweld uitoefenen door iedereen uit te wissen die geen deel uitmaakt van de mainstream, van het dominante verhaal."

Steinbocks onderzoek is ook geen vrijblijvende studie van het verleden: de geschiedenis gaat gewoon door. "Homofoob en transfoob geweld en discriminatie worden in sommige landen steeds erger." Het behoud van LHBTQ+-erfgoed is in veel opzichten een daad van verzet, van zelfbevestiging in tijden van tegenspoed – niet alleen nu, maar ook voor toekomstige leden van die gemeenschap.

PERCOL zal een licht werpen op het fascinerende verhaal van gemarginaliseerde groepen die erin slaagden hun eigen geschiedenis te creëren en te bewaren, zonder de steun van instituties. Het is onmogelijk om niet onder de indruk te raken van de zelforganisatie en vindingrijkheid als drijvende kracht achter het queer erfgoedbehoud. "Ik ben zo dankbaar voor het netwerk van mensen die bijdragen aan het behoud van dit deel van de geschiedenis, de vele onzichtbare handen die het mogelijk maken dat ik dit onderzoek kan doen."

Lees ook