Een paspoort is geen wondermiddel*

*maar kan een groot verschil maken in het leven van een immigrant

Na vijf jaar onafgebroken verblijf in Nederland kom je als buitenlander in aanmerking voor het Nederlandse staatsburgerschap. Volgens sommige politieke partijen is dat te kort om een volwaardig onderdeel van de maatschappij te worden. De regering was van plan om de minimale verblijfsduur te verlengen naar zeven jaar. Hoogleraar Maarten Vink vindt het een slecht idee. “Dit voorstel was niet gebaseerd op enig wetenschappelijk bewijs.”

 

Maarten Vink, hoogleraar Politieke Wetenschap aan de Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS) van de Universiteit Maastricht, bestudeerde de laatste jaren de nationaliteitswetgeving van landen over de hele wereld. Hij kwam erachter dat er tussen landen grote verschillen zijn als het gaat om de eisen die gesteld worden aan de naturalisatie van immigranten - denk aan de minimale verblijfsduur, de kosten van het starten van een naturalisatieprocedure, de vereiste kennis op het gebied van taal en cultuur en de mogelijkheid tot het verkrijgen van een dubbele nationaliteit.
“Een immigrant in België of Finland, bijvoorbeeld, kan na vijf jaar onafgebroken verblijf een verzoek tot naturalisatie indienen, zoals op dit moment ook in Nederland en de meeste Europese lidstaten het geval is,” legt hij uit. “In Oostenrijk en Spanje kan dit pas na tien jaar.” Een ander voorbeeld: een immigrant in Hongarije hoeft niets te betalen om een naturalisatieprocedure te starten, terwijl dit in Nederland meer dan achthonderd euro per persoon kost. 
Vink: “Niet alleen tussen maar ook binnen landen varieert het beleid, afhankelijk van wie er aan de macht is. Traditioneel gezien beschouwen rechtse partijen het verkrijgen van het burgerschap als een beloning voor een succesvol afgeronde intergratie. Linkse partijen, daarentegen, zien het paspoort veel meer als een aansporing om dit doel te bereiken. Toch hebben ze iets met elkaar gemeen: hun ideeën over de relatie tussen naturalisatie en integratie zijn gebaseerd op politieke aannames, niet op wetenschappelijk onderzoek.” Dit is deels te wijten aan een gebrek aan wetenschappelijke literatuur waarin deze relatie wordt onderzocht. Met behulp van een beurs van bijna twee miljoen euro die vorig jaar door de European Research Council (ERC) aan Vink werd toegekend, zullen hij en zijn team de leemte vullen. 

milifestatus
Jolien Linssen (text), Ted Struwer (illustrations)

Het walhalla voor onderzoekers

“Intellectuele vrijheid, dat is wat deze beurs voor mij betekent,” zegt Vink. “De ERC biedt binnen Europa verreweg de meest prestigieuze onderzoeksbeurzen aan, het walhalla voor onderzoekers. Het geeft me de vrijheid om promovendi en postdoctorale onderzoekers aan te stellen waarmee ik vergelijkend onderzoek kan doen in zes Europese en twee Noord-Amerikaanse landen, om op die manier de relatie tussen naturalisatie en integratie tot op de bodem uit te pluizen.”
Deze relatie is niet rechtdoorzee en is als gevolg hiervan vaak in maar één land onderzocht. Het besluit om de naturaliseren wordt door veel factoren beïnvloed, zoals het land van herkomst van de immigrant, zijn of haar burgerlijke staat, familiesituatie, opleidingsniveau, en hoe lang hij/zij al in het vestigingsland verblijft. Het probleem is dat deze factoren ook kunnen beïnvloeden waarom sommige immigranten in meerdere of mindere mate geïntegreerd zijn. Kortom: het is moeilijk om te bepalen wat wordt veroorzaakt door wat.

“Eerder onderzoek richtte zich vrijwel exclusief op deze causaliteit en de methodologische technieken om die te onderzoeken,” aldus Vink. Ook in zijn onderzoeksproject Migrant Life Course and Legal Status Transition (MiLifeStatus) staat het vaststellen van deze causale mechanismen centraal, maar tegelijkertijd voegt hij een nieuw theoretisch perspectief toe. “Het lijkt aannemelijk dat wat het staatsburgerschap voor jou betekent, afhangt van wie je bent. Het verkrijgen van een Nederlands paspoort heeft andere gevolgen voor een Somalische moeder dan voor een Duitse zakenman. Wij vragen ons af onder welke voorwaarden naturalisatie een impuls kan geven aan de integratie van individuele immigranten. Dat doen we door te onderzoeken waarom, hoe en voor wie wettelijke statusveranderingen er toe doen, en vooral hoe verschillend beleid deze relatie beïnvloedt.” 
 

 

milifestatus paspoort

Baanbrekend

Dat vraagt om een innovatieve aanpak, het zogenaamde levensloop perspectief. Door gebruik te maken van big data uit bevolkingsregisters en longitudinale enquêtes zijn Vink en zijn team in staat om de levensloop van individuele immigranten gedurende lange tijd te monitoren. Het feit dat dit in acht landen wordt gedaan - Nederland, Duitsland, de Verenigde Staten, Canada en vier Scandinavische landen - maakt het project des te baanbrekender. 
Eén van de eerste resultaten van het onderzoek van Vink en zijn collegae Floris Peters en Hans Schmeets laat zien dat naturalisatie de kans op het vinden van betaald werk met name vergroot voor immigranten uit niet-Westerse, instabiele landen die na vijf jaar naturaliseren. Naturaliseren ze later, dan neemt deze kans af. Met andere woorden: de timing van de naturalisatie doet ertoe. Zo bezien lijkt het plan om de minimale verblijfsduur te verlengen van vijf naar zeven jaar geen goed idee. “Ik zeg niet dat een paspoort elk probleem in het leven van een immigrant zal oplossen,” stelt Vink. “Maar het biedt wel een vaste verblijfsstatus, bepaalde rechten en de mogelijkheid om te participeren in de samenleving. Daarnaast stimuleert het hebben van een paspoort een gevoel van verbondenheid. Indien goed getimed, kunnen immigranten er absoluut hun voordeel mee doen. En dat is niet alleen gunstig is voor henzelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Natuurlijk hoop ik dat politici en beleidsmakers onze bevindingen in overweging nemen. Dit onderwerp is te belangrijk om genoegen te nemen met meningen; we hebben feiten nodig.”

klomp milifestatus

Op dinsdag 3 oktober 2017 stemde de Eerste Kamer tegen het wetsvoorstel om de verblijfstermijn voor naturalisatie te verlengen van vijf naar zeven jaar. Senatoren van verschillende partijen verwezen naar recent onderzoek van Maarten Vink en zijn collegae.

 

Lees ook

  • Steeds meer Nederlanders hebben te maken met schulden en armoede. Dat probleem los je niet alleen op door mensen op individueel niveau te helpen. Een pleister op een gebroken been is ook niet voldoende. Voor échte verandering is een systematische aanpak nodig. In het ELSA Lab Armoede en Schulden...

  • Hoe ziet de duurzame stad van de toekomst eruit? Om die vraag te beantwoorden moet je niet alleen te rade gaan bij experts, zegt postdoctoraal onderzoeker Özlemnur Ataol. Ook de jongste gebruikers van de stad, kinderen en jongeren, moeten gehoord worden. Een stad waarin zij kunnen floreren, is...

  • De Universiteit Maastricht draagt zorg voor veel markante gebouwen die we allemaal kennen. Door ze een nieuwe bestemming te geven, behouden we deze iconen en geven we ze een nieuwe invulling, waardoor ze het kloppende hart vormen van een bruisende stad.