Vici beurs voor Anne Roefs

De wetenschapper, de kok en haar passies

Als meisje van 11 kookte ze al regelmatig voor het hele gezin, gewoon omdat ze het leuk vond. Anne Roefs, hoogleraar Psychologie en neurowetenschappen van abnormaal eetgedrag, heeft meerdere malen getwijfeld tussen een carrière als wetenschapper of topkok. Inmiddels is ze gepassioneerd over haar wetenschappelijk onderzoek naar bijvoorbeeld obesitas.  Maar de kok in haar fantaseert af en toe over hoe ze mensen praktisch zou kunnen helpen duurzaam af te vallen. “Lekker en gezond eten gaat heel goed samen. Als ik nu eens een kookboek zou schrijven met gezonde recepten, gecombineerd met een maaltijdbox met de juiste ingrediënten, genaamd de ‘Afvalbox’ en een app met ondersteunende adviezen?” Maar eerst het VICI-project.  

Haar wetenschappelijk onderzoek heeft haar kijk op eten zeker veranderd. “Ik ben steeds meer gaan inzien hoe moeilijk het is om een ongezonde levensstijl te veranderen. Ik dacht er lang te makkelijk over, zo van: kom op je moet gewoon dit, dit en dit doen. Maar het is topsport voor mensen. En ik denk dat er een wereld te winnen is in hoe je mensen kunt ondersteunen om daar duurzaam verandering in te brengen en een gezonde levensstijl te bereiken. Sommige kunnen het heel goed, die zetten een knop om, maar voor de meesten is het een heel hobbelige weg. Wij kijken natuurlijk vooral naar gedrags- en psychologische elementen, maar omgeving en biologische factoren spelen ook een rol. En daar gaat mijn VICI-project over: kun je profielen van mensen ontdekken die kunnen voorspellen welke mensen al dan niet hun levensstijl kunnen aanpassen en dus al dan niet duurzaam afvallen. Veel obesitasonderzoek tot nu toe ging uit van het gemiddelde en heeft te weinig oog gehad voor individuele trajecten die kunnen leiden tot overgewicht. Die profielen kunnen uiteindelijk helpen bij het vaststellen van welke interventie het meest geschikt is.” Half maart werd bekend dat de VICI-beurs van 1,5 miljoen euro is toegekend aan Roefs.

Gemiste kans

Als je haar zo enthousiast hoort praten over haar onderzoek is het nauwelijks voor te stellen dat ze ooit heeft getwijfeld over haar vak. “Toen ik klaar was met mijn proefschrift zei ik tegen Anita [Jansen, haar opleide] nu stop ik en ga ik kok worden. Anita’s reactie was: ‘denk daar nog maar eens goed over na. Waarom ga je dat niet twee dagen in de week doen en word je vier dagen postdoc’. Dat heb ik een jaar gedaan. Ik werkte in de keuken van restaurant Le Salonard in Maastricht en gaf ook kooklessen. Ik was bevriend met de eigenaar en van hem heb ik heel veel geleerd: van het snijden van 5 kg uien tot het experimenteren met smaken. Omdat ik nu meer en langere dagen in het restaurant werkte, merkte ik ook dat als je voor een baas werkt je niet de vrijheid hebt om je eigen dingen te doen. Maar zelf iets beginnen vond ik te risicovol, want eigenlijk ben ik risicomijdend”, voegt ze er besmuikt aan toe. “En ik merkte dat de dagen in het restaurant teveel op elkaar gingen lijken terwijl mijn postdoc onderzoek steeds interessanter werd, dus toen besloot ik om te gaan voor mijn wetenschappelijke carrière. En daar heb ik nooit spijt van gehad, deels ook omdat mijn onderzoek over eetgedrag gaat. Ik wil mensen graag leren inzien dat gezond eten belangrijk is en dat gezond eten ook lekker kan zijn. Veel mensen associëren gezond zeker niet met lekker. Een gemiste kans!”

anne roefs

Anne Roefs en haar dochters Meike en Elin

Keuzevrijheid

Roefs komt uit een Brabantse bakkersfamilie en beide oma’s kookten goed en graag. “Liefde voor eten zit er dus absoluut in, alleen niet via mijn ouders. Eten was bij ons functioneel, mijn moeder is totaal niet bourgondisch ingesteld. Dus toen ik als 11-jarige voorstelde te koken voor het gezin heeft mijn moeder zeker gedacht: ‘mooi dan hoef ik het niet te doen’ en ik dacht: ‘kan ik leukere en echt lekkere dingen maken’.” Ze experimenteerde met kookboeken en deed ervaring en ideeën op bij een oom die helemaal thuis was in de Franse keuken. “Chocolademousse en de perfecte frites met zelfgemaakte mayonaise. Hij maakte er een feestje van en liet je gewoon je gang gaan. Hij greep pas in als het echt mis dreigde te gaan. Ik zie hem dit nu ook doen bij mijn dochters en het werkt.” Als middelbare scholier werkte ze ook in de bediening bij een goed restaurant, dus de Hotelschool in Maastricht leek een logische keuze. “Maar ik vond het verschrikkelijk: het ging vooral over management en helemaal niet over koken. Ik voelde me daar totaal niet thuis. Na twee jaar ben ik gestopt tot grote schrik van mijn ouders. Mijn vader die studiekeuze-adviseur is, had dit helemaal niet zien aankomen”, zegt ze lachend.

L'histoire se répète

Op het moment van het interview woont ze tijdelijk elders met haar man en twee dochters van tien en twaalf jaar oud. De benedenverdieping van hun huis wordt helemaal verbouwd, want ja er moest toch echt een nieuwe keuken komen. “Over de indeling hebben we goed nagedacht. Ik heb ervoor gezorgd dat er een goede oven komt en dat ik veel plek heb. Dus we krijgen nu een heel lang werkblad tot bijna waar de eettafel staat, want ik vind het gezellig om te koken terwijl er mensen zijn. Een goede heteluchtoven is voor mij voldoende, ik heb niet veel techniek nodig. Als ik bijvoorbeeld wil stomen doe ik dat wel met een aluminium stoomvlinder in een pan.” Haar grote kookheld is Ottolenghi. “Als ik tijd heb en kook voor een groep, dan gebruik ik zijn boeken. Aubergines uit de oven, hoe bijzonder kan dat zijn, maar als je dan al die ingrediënten uit zijn recepten gebruikt wordt het zo’n spannend geheel. Mijn werk heeft er wel toe geleid dat ik gezonder ben gaan koken.” De liefde voor het koken probeert ze ook over te brengen op haar dochters en met succes. “De oudste die net twaalf is, kookt ook heel graag en kan al alleen een maaltijd maken. Krijg ik een appje ‘mamma mag ik koken’, zo lief.” De geschiedenis herhaalt zich.

Door: Annelotte Huiskes (tekst), Arjen Schmitz (fotografie)

Veel mensen associëren gezond zeker niet met lekker. Een gemiste kans!  

Lees ook